Wiels | NL

Tapta

Espaces souples

18 05 13 08 2023

Met Greet Billet, Hana Miletić en Richard Venlet

De Pools-Belgische kunstenares Tapta richtte zich vanaf de jaren 1960 op een radicale herdefiniëring van de beeldhouwkunst door het gebruik van textiel en andere flexibele materialen als sculpturale elementen. Centraal in deze tentoonstelling staan Tapta’s aandacht voor de tactiliteit van de materialen, de soepelheid van structuren, de individuele en de collectieve praktijk, en de interactie tussen kunstwerk, ruimte en toeschouwer. In relatie met Tapta’s historische werken bevat de tentoonstelling ook nieuw werk van Greet Billet, Hana Miletić en Richard Venlet.

Tapta (pseudoniem voor Maria Wierusz-Kowalski) wordt in 1926 in Polen geboren en komt na haar deelname aan de Opstand van Warschau in 1944 samen met haar echtgenoot, Christoph, als politiek vluchteling naar België. Ze studeert beeldende kunst en weven aan het Nationaal Hoger Instituut voor Architectuur en Visuele Kunst van La Cambre in Brussel, waar ze in 1949 afstudeert. Kort daarna verhuist het koppel Wierusz-Kowalski naar Belgisch Congo (nu Democratische Republiek Congo), waar ze verblijven van 1950 tot 1960. Na hun terugkeer naar België wordt Tapta snel bekend als een van de belangrijksten onder een nieuwe generatie kunstenaars die zich richt op de herdefiniëring van de beeldhouwkunst door het gebruik van textiel en andere flexibele materialen als sculpturale elementen. Tegelijk promoveert ze zo de textielkunst voorbij de categorieën van het decoratieve en het ambachtelijke.

Deze tentoonstelling focust op Tapta’s signatuurwerken van de jaren 1970 waarin ze via experimentele technieken, zoals het draaien van geweven stukken maar vooral het gebruik van koorden die ze knoopt en aaneenrijgt, steeds verder van de traditionele weefkunst weggaat. De werken worden driedimensionaal en gaan steeds meer in interactie met de ruimte en met de toeschouwer, die wordt uitgenodigd de werken niet alleen visueel maar ook tactiel en lichamelijk te ervaren door errond en soms zelfs erin te stappen.

"Mijn droom? Zacht gevormde plaatsen creëren die je omhullen en beschermen tegen de buitenwereld. Het worden zones van rust en vriendschap.
Mijn droom? Me niet alleen omhuld voelen door deze textielvormen, maar ook door hun extensies: grote schaduwen op de muren. Dan versmelten het reële en het imaginaire, het verleden en de toekomst, en voel je je verzoend met alles."

Tapta (uit: Triënnale 3, exhib. cat., Bruges Beurshalle, 1974, n.p.)

De activatie van de toeschouwer manifesteert zich ook in de werken in neopreen, die ze vanaf de late jaren 1980 maakt, en die een radicale wending in haar materiaalgebruik betekenen. Grote zwarte vlakken, met elkaar verbonden door metalen staven en bouten, vormen open structuren waardoorheen of waarlangs men moet lopen. Of de onderdelen van de sculptuur hangen aan elkaar door middel van scharnieren, waardoor ze van vorm kunnen veranderen.

Even belangrijk als haar kunstpraktijk was Tapta’s engagement als docent aan het Nationaal Hoger Instituut voor Architectuur en Beeldende Kunsten, La Cambre, waar ze van 1976 tot 1990 het textielatelier leidt en herdoopt tot “sculpture souple”. Eerder dan studenten op te leiden in een bepaalde techniek, stelt ze het ontwikkelen van een open en kritische geest voorop. Tot haar studenten behoren o.a. Ann Veronica Janssens, Monica Droste en Marie-Jo Lafontaine. Tapta sterft – plots – in 1997, net wanneer haar moederland Polen haar werk ontdekt in een grote solotentoonstelling in de Zachęta National Gallery of Art in Warschau.

Naast de historische werken van Tapta omvat de tentoonstelling ook nieuw werk van drie hedendaagse kunstenaars-docenten, Greet Billet, Hana Miletić en Richard Venlet, die vanuit hun artistieke praktijk inspelen op specifieke aspecten van Tapta’s oeuvre, zoals de interactie tussen kunstwerk, ruimte en publiek.

Reconstructieproject

Het meest innoverende in Tapta’s oeuvre zijn wellicht haar environments van begin jaren 1970. Van deze indrukwekkende installaties, gemaakt van aaneengeregen touwen, waarin de toeschouwer kan plaatsnemen, is er naar we weten nog slechts één bewaard: Formes pour un espace souple (1974), nu in de collectie van het M HKA. Door onzorgvuldige bewaring in het verleden is het werk echter in slechte staat. Om het werk in de toekomst opnieuw publiek te kunnen tonen, wordt tijdens de tentoonstelling aan een reconstructie van de installatie gewerkt. Gebruik makend van dezelfde materialen en technieken, maken textieldesigners en studenten van La Cambre en LUCA School of Arts zo ook de procesgebonden en collectieve ervaring die Tapta nastreefde opnieuw tastbaar.

Curatrice: Liesbeth Decan

In samenwerking met de onderzoekseenheid Intermedia van LUCA School of Arts Brussel

De tentoonstelling kan rekenen op de genereuze steun van Maurice Verbaet

Dank ook aan de Vlaamse Overheid, LUCA School of Arts, M HKA en Ateliers Wauters

With the support of

Verbaet1
Logo LUCA School of Arts transparant png

Maurice Verbaet

De Vlaamse Overheid
LUCA School of Arts
Ateliers Wauters